Iedere maand schrijft ambassadeur Suzan Koenis over het thema van de maand. Dit doet zij vanuit haar persoonlijke ervaring, omdat zij op 22 jarige leeftijd acute leukemie kreeg.
Eten is een van mijn favoriete bezigheden. Lekker lang tafelen, vroeger met een wijntje erbij. Nu gewoon lekker een glas spa rood.
Ik houd van koken, bakken, recepten uitproberen en als ik tijd heb, meerdere gangen serveren. Mensen lekker laten eten van wat jij hebt bereid is echt heel leuk!
Toen ik ziek was, was eten helemaal niet leuk. Helemaal in het begin, voordat we wisten wat ik had, kon ik amper eten. Mijn hele mond was kapot en zat onder de ontstekingen, dus alles moest geprakt worden en zacht zijn. Liters yoghurt, vla en vaak rode koolstamppot. Ik woog nog maar 55 kilo toen ik in het ziekenhuis belandde.
De artsen hadden mij gezegd dat ik voor de behandelingen nog wel wat moest proberen aan te komen. Daar had ik dus nog 5 dagen voor. Ik kreeg antibiotica en pijnstillers voor mijn ontstekingen waardoor eten weer wat makkelijker ging. Mijn buurvrouw bakte appeltaarten voor me, ik at vieze broodjes hamburger uit de diepvries van Mora, zakjes chips, drop, koekjes. Ik lag de hele dag stil, dus ik denk dat mijn lichaam alles heeft opgeslagen. Het maakte niet uit volgens de artsen, want alles werd toch weer kapotgemaakt. Ik presteerde om 2.5 kilo aan te komen.
Tijdens de chemokuren, had ik soms wel en soms geen eetlust. Het ziekenhuis eten kreeg ik echt niet weg, dus ik at veel brood, yoghurt en fruit wat mijn moeder elke dag voor mij meenam. Ook namen ze drop voor me mee en van die kleine zakjes Lays chips. Omdat ik in quarantaine lag, moest alles enkel verpakt zijn en mocht niets langer dan 24 uur open zijn. Nou, ik zorgde er wel voor dat het niet weggegooid werd.
Helaas spuugde ik ook veel. En als ik echt ziek was van de chemo, at ik bijna niks.
Dat resulteerde in dat ik niet eens van mijn bed naar het toilet kwam zonder geholpen te worden. Ik kon niet zelfstandig douchen en sliep veel. Logisch ook, je lichaam is heel hard aan het werk en met welke energie dan?
Uiteindelijk kreeg ik tijdens mijn derde kuur en na mijn stamceltransplantatie sondevoeding. Mijn lichaam moest echt energie krijgen en dat kreeg ik zelf niet voor elkaar.
Nadat ik thuis was, merkte ik dat de chemo en bestralingen mijn smaak en geur hadden aangetast. Het smaakte me allemaal niet zo lekker waardoor ik alsnog niet veel at. De medicijnen die ik nog slikte tegen de Grand versus Host ziekte (afstotingsziekte) werkten ook niet mee. Pillen zo groot dat ze door de gele vla moesten omdat ik ze anders niet weg kreeg. Ik heb nadat ik mocht stoppen met die pillen ook heel lang geen gele vla meer gegeten. Bah!
Gelukkig kwam mijn smaak en geur terug en kon ik weer genieten van eten!
Ik maak gezonde keuzes, ik sport veel, dus goede voeding is belangrijk. Ook de juiste balans in voedingsstoffen is een must. Ik snoep ook echt wel, maar dat doe ik wel bewust.
Ik ben er ook heilig van overtuigd dat als je voor, tijdens en na de behandelingen zorgt voor een goede balans, je lijf iets meer energie heeft voor de behandelingen.
Gezond eten, gezond bewegen. Juiste begeleiding is hierin heel belangrijk. Dat heb ik in mijn ziekteperiode wel heel erg gemist.
Gelukkig is er de laatste tijd meer aandacht voor. Zo weet ik dat ze in het ziekenhuis in Nijmegen al een hele andere menukaart hebben, ik ken organisaties die zich bezighouden met beweging en voeding tijdens en na kanker en vind ik dat er over het algemeen meer informatie is over gezonde voeding. Het kan altijd beter, maar het begin is er!
Wil je je reactie achterlaten of meer weten over dit onderwerp, misschien praten over hoe je zo’n situatie kunt aanpakken? Je kunt me hier e-mailen.
Tot snel!
Liefs, Suus
De artsen hadden mij gezegd dat ik voor de behandelingen nog wel wat moest proberen aan te komen. Daar had ik dus nog 5 dagen voor.
Suzan Koenis
Een kleine gift, of een grote gift, eenmalig of regelmatig, elke steun is belangrijk.