Gepubliceerd in Trouw (10 juni 2019)
Tekst: Rianne van Oosterom | Beeld: Inge van Mill
Moet ik met mijn kale kop op Tinder? Toen Iris de Munnik (30) zich vlak na haar laatste chemokuur aanmeldde op de datingsite, besefte ze dat ze er niet omheen kon. “Ik kon niet zomaar doen alsof ik wel haar had. Het verbaasde mij dat ik nog best veel matches had, dat had ik niet verwacht met mijn kale hoofd.”
Vier maanden eerder, we schrijven eind 2016, ontdekten de artsen een tumor van 12,5 centimeter in haar borstkast. Lymfeklierkanker. Later kreeg ze er nog de diagnose schildklierkanker bovenop. Ze zocht op internet naar wat haar te wachten stond. ‘Chemotherapie kan je seksualiteit veranderen’, las ze. Ojee, dacht ze, wat zou dat inhouden?
Toen ze het aan haar arts vroeg, lachte die: “Als je op mannen valt, val je niet opeens op vrouwen.” Dat kon ze zelf ook nog wel bedenken. “Het was de eerste in een reeks opmerkingen van artsen over seks na kanker waar ik vrij weinig mee kon. Er is veel onwetendheid over dit onderwerp.”
Rustig aan
Het AYA ‘Jong en Kanker’ Zorgnetwerk – AYA staat voor adolescents & young adults – wil daar verandering in brengen. Daarom maakten zij de podcast ‘De Bespreekkamer’, waarin journalist Daan Borrel met medisch experts en ervaringsdeskundigen zoals Iris de Munnik in gesprek gaat over kanker en intimiteit en seksualiteit.
Na een paar weken gluren, swipen, chatten ontmoette Iris een jongen op Tinder met wie ze een klik had. Hij wist dat ze ziek was geweest, maar uitgebreid praatten ze daar niet over op de dates die volgden. Na drie dates wilde Iris wel met hem naar bed, en hij met haar. Eenmaal in de slaapkamer, schoot dat zinnetje over chemo’s en seks door haar hoofd.
“Laten we een beetje rustig aandoen”, zei ze gauw. “Oké”, zei hij, en floep floep, uit waren de kleren. “Het deed pijn van begin tot eind. Nou ja, eind, ik zei op een gegeven moment dat het moest ophouden. Ik was enorm geschrokken: was dat hoe mijn seksleven er vanaf nu uit zou gaan zien? Wat ik voelde, leek nog het meest op een vaginisme.”
Na deze vervelende ervaring ging ze naar de huisarts. “Het enige wat die te zeggen had was: ‘Als het pijn doet, moet je het niet doen.’ Daar had ik weinig aan, want ik wilde niet seksloos door het leven. Omdat ik single was, had ik niemand om het gewoon rustig mee uit te proberen.”
Taboesfeer
In het jaar dat volgde liep ze tegen zichzelf aan. “Ik moest opnieuw ontdekken hoe mijn lichaam werkte, wat ik wel en niet kon. Ik beschouw mijn lichaam als deel van mijzelf, van mijn identiteit. En dan groeit er opeens iets wat er niet hoort. Wat niet van mij is, terwijl het wel in mijn lichaam zit. Je heeft effect op hoe ik mij tot mijn lichaam verhoud.”
Driekwart jaar na de vervelende ervaring ontmoette Iris iemand met wie ze vrijen weer zag zitten. “Het ging goed en dat was zo’n opluchting. Ik denk dat ik die keer dat het zo’n pijn deed mijzelf forceerde omdat ik wilde dat mijn leven weer hetzelfde wilde zijn als daarvoor, en dat mijn lichaam zei: flikker op, dat doen we mooi niet.”
Iris de Munnik. Beeld Inge Van Mill
Nu, twee jaar later, is haar seksleven anders dan voorheen. “Ik heb minder energie, dus kan niet ieder standje volhouden. Dan komt het voor dat je midden in een seksscène zit, en moet zeggen: wacht, mijn armen verzuren, ik trek dit niet. Dat is wel naar. Vermoeidheid komt door alle heftige kankerbehandelingen bij meer ex-patiënten voor, dat merk je met sporten én ook met seks natuurlijk.”
Waar De Munnik vroeger nog weleens pardoes met iemand in bed belandde voor een one-night-stand, doet ze daar nu niet meer aan. “Ik wil gewoon heel graag kúnnen praten over wie ik ben en wat ik heb meegemaakt en dat dat effect kan hebben”, zegt ze. Want soms speelt onderhuids de angst nog wel, dat het wéér zo’n pijn doet als die ene keer.
Afscheid nemen van haar oude seksleven was even ‘een rouwprocesje’, zegt De Munnik. “Aan de andere kant: anders is niet altijd slechter. Inmiddels heb ik mijn weg hierin gevonden. Het is belangrijk dat er meer gesproken wordt over het effect van kanker op seksualiteit. Ik kon met niemand praten over hoe zeer het vrijen deed. Als dit onderwerp uit de taboesfeer komt, hoeven jongeren met kanker dit proces niet meer alleen te doorlopen.”
Weinig voorlichting
Jaarlijks wordt bij 2.700 mensen tussen de 18 en 35 jaar kanker geconstateerd. Uit nieuw onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum onder een kleine groep jongvolwassen patiënten (56) blijkt dat driekwart problemen heeft met seks. Nog niet eens de helft kreeg tijdens de behandeling iets te horen over de gevolgen van kanker voor seksualiteit en bijna tachtig procent is ontevreden met de informatie die hierover ze ontvangen of kunnen vinden. De podcast ‘De Bespreekkamer’ is te beluisteren via Spotify, iTunes en Soundcloud, of te vinden via de website van AYA.
Bekijk het originele artikel op Trouw.nl